Juni 17, 2026
Ruilverkaveling beïnvloedde niet alleen de landbouwgrond maar het hele dorpsgezicht.
Rijdend door Friesland kom ik langs breed uitlopende akkers en kilometers groen grasland. Af en toe zie ik een grote boerderij, hier en daar een dorpskern met de kenmerkende terpkerken met hun rechte torens. Typisch Fries, toch? Maar het blijkt, zoals altijd, genuanceerder te liggen. Ons landschap is in de 19e en 20e eeuw drastisch veranderd en dat geldt ook voor het Friese landschap.
Het land waar ik nu doorheen rijd, op weg naar Andries Postma in Ferwerd, is na 1960 sterk gevormd door de ruilverkaveling. Andries werkte in 1985 bij het Kadaster toen in Ferwerd de ruilverkaveling werd ingezet. Hij was dus professioneel én persoonlijk betrokken en kan me meer vertellen over hoe de ruilverkaveling in z’n werk ging. Het landelijke proces van ruilverkavelen, waarin Friesland vooropging, betekende dat versnipperde stukken land werden herverdeeld onder de eigenaren, om daarmee grotere stukken aaneengesloten land te creëren. Na de Tweede Wereldoorlog, toen het land moest worden opgebouwd en de bevolking gevoed, wilde de overheid op deze manier efficiënte en grootschalige landbouw mogelijk maken.
Tekst gaat verder onder de foto

Andries verwelkomt me hartelijk in zijn weelderige tuin. Hij is al een tijd met pensioen, maar vertelt levendig hoe zijn loopbaan begon: “Mijn vader was boer hier in Ferwerd, en toen ik jong was werkte ik mee op de boerderij. Maar mijn vader zag geen toekomst voor mij op onze kleine boerderij. Bovendien, ik moest van hem ‘niet op de kluiten, maar op kantoor’.” Dat heb ik dus gedaan. Na mijn diensttijd in Leeuwarden kon ik aan de slag bij het Kadaster. Behalve in mijn diensttijd en een korte periode in Leeuwarden, heb ik eigenlijk altijd in Ferwerd gewoond.”
Op het bankje tussen allerlei bloeiende bloemen en struiken legt Andries uit hoe de ruilverkaveling precies geregeld werd. Per dorpsgemeenschap werd een commissie aangesteld van lokale grondeigenaren, veelal boeren. Ook pachters, die de grond niet zelf in bezit hadden, werd om input gevraagd over de invulling van het land. Alle stukken grond werden beoordeeld op kwaliteit, waarna er een geldbedrag aan werd verbonden. Dat werd vervolgens gebruikt als basis om het land onderling te herverdelen. Daardoor werden niet alleen akkers opnieuw aangelegd, maar ook ontstonden er ook wegen, industrie, recreatie en woningbouw. Dat treft mij misschien nog het meest in Andries’ verhaal: dat ruilverkaveling het boerenbezit, maar ook het hele landschap veranderde, ligt voor de hand. Maar wat daarvan concreet de impact was… Andries: “Vroeger hadden de boeren overal losse stukjes land en woonden ze vaak in of bij het dorp. Zo had mijn vader aan beide kanten van het dorp wat land, en als de koeien moesten worden verplaatst, gingen die dwars door het dorp heen met de boer. Dat was een heel gebruikelijk gezicht, maar dat soort dingen hield op door de ruilverkaveling.” Nu liggen de boerderijen vaak in het midden of aan de rand van hun land, wat verder buiten het dorp.
Tekst gaat verder onder de foto

We stappen in de auto en rijden rond om in de omgeving te zoeken naar sporen van deze geschiedenis. Hogebeintum kunnen we daarbij niet overslaan. De hoogste en misschien wel beroemdste terp van Friesland. “Daar woonde mijn zus jarenlang,” wijst Andries, “en dit was vroeger het schooltje waar mijn grootouders heengingen.” Andries’ familiegeschiedenis is duidelijk verknoopt met dit land. Onderweg vraag ik Andries hoe hij terugkijkt op zijn periode bij het Kadaster. Hij vertelt hij dat hij zich weleens afvraagt of de ruilverkaveling nu zo’n goed idee was. Tussen de akkers door liepen vroeger liepen zandpaadjes en tussen dorpen grotere wegen. “Over die wegen en paadjes gingen voetgangers, vee en boerenkarren, later ook auto’s en fietsers. Dat is nu eigenlijk verdwenen. Boeren wilden natuurlijk geen openbare paadjes tussen hun weilanden in. Vroeger liepen mijn opa en oma door de weilanden van Ferwerd naar de kerk in Hogebeintum. Dat kan nu niet meer. In die zin heeft de herverkaveling ook invloed gehad op het hele dorpsleven en ook op hoe je in de natuur kunt zijn als dorpsbewoner. Dat mis ik wel. Je hoort een stuk minder vogels, minder insecten.”
Als ik Andries weer thuis afgezet heb en Ferwerd verlaat, doet het verdwijnen van paadjes, slootjes en houtwallen me denken aan het historische agrarische landschap dat ik bezocht bij de Heilige Driehoek in Noord-Brabant. Het is een wereld van verschil, het oude akkerlandschap daar en de ‘nieuwe’ indeling hier in Ferwerd. Je zult mij niet horen zeggen dat vroeger alles beter was of dat alles moet blijven zoals het is. Maar ik vraag me wel af: zouden we in Nederland voldoende nadenken over de toekomstige consequenties van de keuzes die we nu maken? Wie of wat willen we worden? Of is dat een te grote vraag om aan onze grond te stellen?
Geef een reactie